Klimaatverandering en zeespiegelstijging hebben grote consequenties voor een laaggelegen rivierdelta zoals Nederland. Ons land wordt sinds zijn bestaan door het water uitgedaagd. Al eeuwenlang zoeken we de balans in de strijd tegen, en het leven met het water. Binnen de nieuwe context van duurzaamheid en circulariteit vraagt die oude opgave om een visie, om kennis en om beleid.

SHT bestudeert de lange relatie van Nederland met het water. Met welke ideeën, middelen en kennis werd het water als vijand bestreden en als bondgenoot omarmd? Hoe en waarom kwam beleid tot stand en werden steeds nieuwe, innovatieve oplossingen gevonden en ingezet? Welke randvoorwaarden waren medebepalend voor de gemaakte keuzes en waarom? Het decennialange SHT-onderzoek naar de Nederlandse waterstaatstraditie was en is veelomvattend en baanbrekend. Het legt verbanden, maakt belangentegenstellingen en pad-afhankelijkheden zichtbaar en biedt daarmee een kennisfundament voor de uitdagingen van de (nabije) toekomst.

DE UITDAGING

De precaire balans tussen land en water

Rivieren die buiten hun oevers treden door smeltende gletsjers of hevige regenval. Een zeespiegelstijging en stormvloeden die de kust teisteren en laaggelegen gebieden bedreigen. Uitdrogende natuur door een te lage grondwaterspiegel. Het water moet zowel worden geweerd als vastgehouden. Wonen, werk, verkeer, landbouw, recreatie en natuur, allemaal hebben ze hun eigen relatie met water. Ofschoon Nederland wereldfaam geniet voor zijn controle over het water, bieden successen uit het verleden allerminst garanties voor de toekomst. In een laaggelegen en dichtbevolkte delta is de strijd tegen het water nooit gestreden. Klimaatverandering en nieuwe eisen als duurzaamheid en circulair materiaalgebruik, vragen om alertheid, herbezinning en andere

keuzes. Ingrijpen in de waterhuishouding is meestal kostbaar, veelomvattend, langdurig en raakt aan verschillende, vaak botsende belangen. Het is een ingewikkeld proces waarbij we naast de vraag “wat kunnen we?” ook de vraag “wat willen we?” moeten beantwoorden. Watermanagement is allang niet meer alleen het domein van de waterbouwkundig ingenieur. Wiskundigen, biologen, economen, milieukundigen, informatici, bedrijfskundigen en sociale wetenschappers leveren eveneens kennis voor plannen, ontwerpen en bouwwerken. Hoe groot de gevolgen van de klimaatverandering en zeespiegelrijzing ook zullen zijn, het is duidelijk dat een land dat leefbaar wil blijven, zich nu op de toekomst moet voorbereiden.

DE ACHTERGROND

“God schiep de wereld, de Nederlanders Nederland”

De Nederlandse waterstaatsgeschiedenis is lang en kent veel transities. Zo kenmerkt de overgang van een ambachtelijke naar een mechanische periode in de negentiende eeuw zich door een schaalvergroting van de ambities en de daarbij horende werken. De problematiek van de met regelmaat overstromende rivieren en de slechte bevaarbaarheid ervan werd door riviernormaliseringswerken sterk teruggedrongen. Oplossingen voor het ene probleem, legden niet zelden de kiem voor nieuwe uitdagingen. Eind twintigste eeuw werd ervoor gekozen om de rivieren weer meer de ruimte te geven om seizoenfluctuaties in waterafvoer op te kunnen vangen en natuurwaarden te herstellen. Ook de Deltawerken, die na de ramp van 1953 voor veiligheid in zuidwest Nederland moesten zorgden, creëerden nieuwe, in dit geval ecologische, problemen.

De beweegbare Oosterscheldekering is het symbool geworden van het ontwerpen, waarin meerdere belangen worden gediend. Het kunstwerk markeert het begin van een nieuwe periode in het beschermen van het land tegen de zee. Voor alle betrokkenen bij de huidige waterstaatkundige uitdagingen – beleidsmakers, Rijkswaterstaat, ontwerpers, bouwers, bewoners, waterschappen de agrarische sector, natuur- en milieubeschermers et cetera – is een langetermijnperspectief van belang. Het is nodig voor nauwkeurige probleemdefinities, verschaft inzichten in de oorzaken van problemen, levert kennis van eerder gemaakte keuzes en hun gevolgen en is daarmee noodzakelijke input voor te kiezen oplossingsrichtingen en aanvullende maatregelen. SHT-onderzoek biedt dat langetermijnperspectief.

HET ONDERZOEK

De transitie naar duurzaamheid en circulariteit

SHT kent een lange traditie van onderzoek naar kennisontwikkeling en -toepassing op het waterstaatsdomein. Samen met, en in opdracht van, partners als Rijkswaterstaat, bestuderen we aspecten als de ontwikkeling van de organisatie van het Nederlandse watermanagement, het ontwerp, de bouw en het beheer van kunstwerken, de rol van onderzoeksinstituten, en van de aannemerij, materiaal- en grondstoffengebruik, kennisexport, et cetera. Het onderzoek resulteerde in een lange lijst publicaties, van proefschriften, wetenschappelijk artikelen en boeken voor een breder publiek tot beleids- en adviesrapporten. Ook wordt het onderzoek gebruikt voor andere activiteiten als tentoonstellingen en lesmateriaal.

Een centraal thema in het huidige waterstaatsonderzoek van SHT is de transitie naar duurzaamheid en circulariteit. We onderzoeken de wortels van het denken over duurzaam waterbeheer en we bestuderen het gebruik van materialen en grondstoffen in de sector in langetermijnperspectief. Het onderzoek levert kwalitatieve en kwantitatieve gegevens op, waarmee we een bijdrage leveren aan de kennisontwikkeling over duurzaamheid bij de verschillende schakels in de waterstaatsketen. We tonen aan waar en waarom veranderingen wenselijk en nodig zijn om significante stappen naar duurzaamheid op het domein te kunnen zetten.

Lees meer over water management in de volgende publicaties van SHT (of met bijdragen van SHT):

  • Twee eeuwen Rijkswaterstaat
  • Geschiedenis van de techniek in Nederland in de negentiende eeuw. De wording van een moderne samenleving 1800-1890
  • Techniek in Nederland in de twintigste eeuw
  • E. Berkers, Technocraten en Bureaucraten
  • A. Bosch, Om de macht over het water
  • W. van der Ham, Beheersen en Beheren
  • A. Lonnquest, B. Toussaint a.o., Two Centuries of Experience in Water Resource Management: A Dutch-US Retrospective
  • B. Toussaint e.a., Modern Wereldwonder
  • M.L. ten Horn-Van Nispen, H.W. Lintsen en A. Veenendaal jr. (red.), Wonderen der techniek. Nederlandse ingenieurs en hun kunstwerken
  • Hugo van Driel en Ferry de Goey, Rotterdam. Cargo handling technology 1870-2000
  • Ruud Filarski en Gijs Mom, Van Transport naar mobiliteit: De transportrevolutie, 1800-1900
  • Jiri Janac, European Coasts of Bohemia. Negotiating the Danube-Oder-Elbe Canal in a troubled twentieth Century
  • Harry Lintsen en Peter Thoben (red), De canon van Eindhoven
  • Harry Lintsen, Made in Holland. Een techniekgeschiedenis van Nederland, 1800-2000
  • Harry Lintsen, Frank Veraart, Jan Pieter Smits en John Grin, De kwetsbare welvaar van Nederland 1850-2050: Naar een circulaire economie.
  • Hans Buiter en Jan Korsten, Land in aanleg. De Dienst Landelijk Gebied en de inrichting van het platteland
  • E. Berkers, “1953: Erfenissen van een ramp,” in: Wereldgeschiedenis van Nederland
  • E. Berkers, Wat ‘Nat’ en ‘Droog’ bindt
Projecten