Nederland staat voor ingrijpende veranderingen. Energiebronnen moeten hernieuwbaar worden. De chemische industrie moet ‘vergroenen’. De ongelijkheid tussen hoog- en laagopgeleiden moet kleiner worden en de mobiliteit duurzamer, et cetera. Dat transitieproces zal voor de 40 regio’s van Nederland anders uitpakken.

Hoe bereidt een regio zich voor op de uitdagingen die op haar afkomen? Wat zijn haar zwakke en sterke punten? Wat leren lange-termijn trends in de regio over de kansen en belemmeringen in de transitie? SHT heeft het instrumentarium om dergelijke vragen te beantwoorden.

DE UITDAGING

Brede Welvaart voor alle Regio’s

Regio’s verschillen zeer. Economische groei en innovaties concentreren zich in sommige regio’s, terwijl andere regio’s worstelen met het behouden van inkomen en werkgelegenheid. In de ene streek groeit de bevolking en is er een groot aanbod van cultuur en horeca, terwijl op andere plekken de bevolking krimpt, winkels verdwijnen en scholen sluiten. Sommige regio’s beschikken over veel natuur en een gezonde woonomgeving. Andere moeten het doen met verstedelijkte ruimtes en vervallen woonbuurten.

In Nederland gaat het voorspoedig, maar welke regio profiteert van de voorspoed? Iedere regio moet mee kunnen doen, maar doet iedere regio mee? Wat zijn de mogelijkheden in de huidige transitie om de kloof tussen kansarme en kansrijke regio’s te verkleinen? Wat kan iedere regio zelf doen om de kwaliteit van leven voor haar mensen te verbeteren en die voor toekomstige generaties veilig te stellen.

DE ACHTERGROND

Zoeken naar het beste van twee werelden

De maatschappelijke structuur piept en kraakt in de huidige transitie. Zij is nog lang niet afgestemd op de omvangrijke transitie-problematiek. Het Rijk is voor de energietransitie afgestapt van een centralistische aanpak. Het heeft nu nadrukkelijk taken bij regio’s neergelegd. Bij de thematiek van het landelijk gebied (landbouw, woningbouw, mobiliteit, natuur) slagen Rijk en provincie er niet in om de planologische problemen in de regio’s op te lossen en moet de regio aan de slag. Wat betreft de thematiek van de inclusieve samenleving heeft de rijksoverheid vitale taken overgeheveld naar gemeentes, waaronder zorg en armoedebestrijding. Deze overheveling heeft niet altijd goed uitgepakt.

Het is zoeken naar een goed schaalniveau waarop transitie-opgaves kunnen worden vormgegeven. Een meer gemeentelijke aanpak, bijvoorbeeld, heeft het voordeel dat de afstand tot de burger zo klein mogelijk is, waardoor maatwerk kan worden geboden. Het nadeel is dat vooral kleine gemeenten soms te gering van omvang zijn om bepaalde taken op een goede manier te kunnen uitvoeren. Bij het zoeken naar het goede schaalniveau is het zaak om het beste van twee werelden te integreren: de schaalvoordelen van de conventionele aansturing vanaf het niveau van de Rijksoverheid versus de gemeentelijke aanpak, die dichterbij de burgers staat.

HET ONDERZOEK

Kennis van de regio voor Brede Welvaart in de regio 

SHT neemt de regionale monitor Brede Welvaart als uitgangspunt voor het regionale onderzoek. Die monitor moet ons een nieuw beeld geven van de regio en een krachtig handvat voor een innovatief en duurzaam beleid. De monitor is ontwikkeld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en geeft voor een bepaalde regio een beeld van (1) de kwaliteit van leven in het ‘hier en nu’ en (2) de hulpbronnen die nagelaten worden voor de kwaliteit van leven van ‘latere’ generaties. Kwaliteit van leven bestrijkt een veel breder terrein dan alleen de materiële welvaart. Ook tevredenheid met het leven, gezondheid, huisvesting, biodiversiteit, energie, vertrouwen in instituties et cetera vallen daaronder. Een set van goed gekozen indicatoren dekt al die aspecten van de kwaliteit van leven. Een dergelijke aanpak is door ‘Den Haag’ omarmd. De nationale CBS-monitor Brede Welvaart is jaarlijks het uitgangspunt voor het zogeheten ‘Verantwoordingsdebat’ in de Tweede Kamer, waarbij de kwaliteit van leven in Nederland wordt geëvalueerd in relatie tot het regeringsbeleid.

Het regionale onderzoek bestaat uit drie onderdelen:

  • Allereerst zal met behulp van de monitor Brede Welvaart de ‘toestand van de regio’ in beeld worden gebracht. Het gaat om een ‘foto’ van de regio als geheel als ook van de verschillende gemeenten binnen de regio. De onderlinge verschillen tussen de gemeenten en de verschillen tussen de regio en Nederland geven reeds een serie thema’s voor nader onderzoek. Zo kunnen we nagaan op welke punten de brede welvaart zich gunstig ontwikkelt in de regio, en waar nog aandachtspunten liggen.
  • Op de tweede plaats gebruiken we het monitoringsinstrument om te komen tot een ‘film’ van de regio en op basis daarvan tot een adequate analyse van een set van beleidsvragen die relevant zijn voor de regio. Met de monitor willen we belangrijke, regionale trends en de voorgeschiedenis van belangrijke, regionale vraagstukken in beeld brengen. Hoe zijn deze vraagstukken verankerd in een historisch gegroeide werkelijkheid? Maatschappelijke vraagstukken zijn de uitkomst van keuzes uit het verleden en de pad-afhankelijkheid die daaruit is ontstaan. Historisch onderzoek toont wat de kansen en belemmeringen zijn om de maatschappelijke ongelijkheid te verminderen, sociale cohesie te bevorderen, een gezonde leefomgeving te creëren, et cetera. De historische reeksen vormen een ‘film’, op basis waarvan een aantal beredeneerde beleidsinterventies kunnen worden benoemd. De keuze voor de thema’s waarvoor een zogenaamde film wordt gemaakt is gebaseerd op (a) de ‘foto’ en (b) een debat binnen een begeleidingscommissie, waaronder beleidsambtenaren uit de regio.
  • Tenslotte zetten we de monitor in als beleidsinstrument. Dat betekent dat de resultaten van de monitor (‘foto’ en ‘film’) afgezet worden tegen doelstellingen uit beleidsrapporten van de regio (en zijn gemeenten) en de ‘grand challenges’ (de Sustainable Development Goals van de VN). Een functioneel samengestelde begeleidingscommisse moet dit deel van het onderzoek zo efficiënt mogelijk laten verlopen. Daarmee kunnen de ambities en doelstellingen voor de toekomst geformuleerd worden, ‘de punten op de horizon’. De monitor leent zich daar uitstekend voor, omdat zij indicatoren bevat die beleidsdoelstellingen, beleidsinvesteringen én beleidsresultaten representeren. Hierbij kan worden voortgebouwd op monitoringstechnieken die het CBS momenteel ontwikkelt om de monitor Brede Welvaart ook een instrument te maken voor beleidsvorming, onder andere ten behoeve van de Miljoenen Nota.
Projecten