Onderzoek naar gezonde en veilige voeding is sinds 1940 een belangrijk onderzoeksgebied van de acht jaar daarvoor opgerichte organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO). In dat jaar werd een Voedingsorganisatie aan TNO toegevoegd en tot op heden is voeding in relatie tot gezondheid een centraal thema gebleven. Hoe het voedingsonderzoek bij TNO zich
Ons land produceerde eind jaren tachtig van de vorige eeuw 13 miljard kilogram melk per jaar. Bijna zes keer zoveel als rond 1900. Met uitzondering van Eerste en Tweede Wereldoorlog was nagenoeg jaarlijks een productiegroei gerealiseerd. Door het instellen van een melkquotum door de Europese Unie zakte de productie in de jaren negentig
Als een “schriele en onsmakelijke appel” werd de tomaat in Nederland aan het begin van de twintigste eeuw nog getypeerd. Desondanks zou zowel de productie als de consumptie van tomaten in Nederland al voor de tweede wereldoorlog fors groeien en daarna zelfs een ongekende vlucht nemen. De vrucht vond in verschillende toepassingen zijn
Landbouw en voeding hebben een prominente plek in de SHT-boekenseries TIN-19 en TIN-20. In samenwerking met diverse onderzoekers van verschillende universiteiten is de wisselwerking tussen maatschappij en het agrifood-cluster in de negentiende en twintigste eeuw bestudeerd en opgetekend. De verwetenschappelijking van de landbouw, de toepassing van nieuwe middelen en technieken voor grondbewerking en
In 2014 vroeg de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie Euratom aan historici van verschillende Europese landen om een vergelijkend onderzoek te doen naar de ontwikkeling van kernenergie en maatschappij in hun land. Dit project, genaamd History of Nuclear Energy and Society (HoNESt), resulteerde enkele jaren later in 20 studies. Het Nederlandse rapport is van
Het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) wordt in 1976 de nieuwe naam van het 21 jaar daarvoor opgerichte Reactor Centrum Nederland (RCN). Achter die naamsverandering gaat een fundamentele verandering in de wereld van energieproductie schuil. Midden jaren vijftig leek kernenergie wereldwijd de belangrijkste optie als toekomstig alternatief voor de eindige fossiele brandstoffen. De transitie
Nederland heeft internationaal gezien een trage start gekend met de transitie naar duurzame energie. Het aandeel wind- en zonne-energie in de totale energieproductie behoorde lange tijd tot het laagste in Europa. Aan ambities en goede bedoelingen heeft het echter nooit ontbroken. Hoe duurzame energie in Nederland op de politiek-maatschappelijke radar kwam en welke
De SHT heeft samen met de Afdeling Kerntechniek van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIvI) het initiatief genomen om de geschiedenis van kernenergie in Nederland na de Tweede Wereldoorlog tot 1974 te onderzoeken. In deze decennia bouwde ons land een kennisinfrastructuur rond kerntechnologie op, werd onderzoek opgestart en uitgevoerd en werden experimenten gedaan.
In de overzichtswerken Geschiedenis van de Techniek in Nederland in de negentiende eeuw (TIN-19) en Techniek in Nederland en de twintigste eeuw (TIN-20) heeft energie een prominente plaats. Hoe Nederland reageerde op de nieuwe energietechniek ‘stoom’ – hét symbool van modernisering en vooruitgang in de negentiende eeuw – komt niet alleen in een
Geodesie is een relatief onbekend wetenschapsgebied. Toch is het alomtegenwoordig. Onder bouwwerkzaamheden, het (onroerend goed) recht of navigatiesystemen ligt een schat aan geodetische kennis en informatie. Geodesie behelst het brede domein van kadastraal landmeten tot en met satelliet-aardobservatie (bijvoorbeeld om klimaatveranderingen te monitoren). De onbekendheid met (de veelzijdigheid ervan) speelt het vakgebied parten.