Cycling Cities onderzoeker Jan Ploeger verdedigde 18 april aan de Technische Universiteit Eindhoven met succes zijn dissertatie Het verstandshuwelijk van fiets en trein: Kansrijke ketenmobiliteit sinds 1900.
In de zoektocht naar een alternatief voor de auto geldt steeds vaker de combinatie van de flexibele fiets met het snelle treinvervoer tussen compacte 15-minuten steden als kansrijke oplossing. Het Verstandshuwelijk van fiets en trein beschrijft het ontstaan van informele ketenmobiliteit vanuit het perspectief van fietsers. Het laat zien hoe groot en vroeg de invloed was van fietsersorganisaties op de ontwikkeling van goede fietsenstallingen en verhuurfaciliteiten bij Nederlandse stations. Ketenmobiliteit kwam al snel in beeld bij stedenbouwkundigen vanwege het positieve effect van spoorvervoer in combinatie met voetgangers en fietsers als voeders van het systeem. De Nederlandse fietser profiteert van het nationale ruimtelijke beleid dat zich sinds 1958 consequent richtte op het compact houden van verstedelijking. Een korte maar bijzondere rol speelde de Nederlandse Spoorwegen. Zij onderzochten de factoren die van belang waren voor de voeding van het railsysteem met fietsers. De casus van Houten, een voorstad van Utrecht, toont aan hoe zij deze theorie van TOD (Transit Oriented Development) hebben omgezet voor de ontwikkeling van een ideale fietsstad, verbonden met goed openbaar vervoer. Het Verstandshuwelijk van fiets en trein sluit af met de innovatie van de zwakste schakel in de mobiliteitsketen: het natransport. De nu veelgebruikte OV-fiets is een schoolvoorbeeld van succesvolle innovatie als wisselwerking tussen sociale en technische processen.
Jan Ploeger (1954) is opgeleid als civiel ingenieur aan de TU Delft en gespecialiseerd in verkeerskunde. Zijn werkzame leven begon als consultant in een klein adviesbureau en zijn carrière liep via verschillende afdelingen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en de vereniging het Interprovinciaal Overleg (IPO) tot aan zijn pensionering bij de provincie Zuid Holland. In het brede terrein van beleidsadvisering heeft hij altijd belangstelling voor geschiedenis en fascinatie voor de flexibiliteit en praktische nut van de fiets.