De vier technische universiteiten bundelen hun kennis en expertise op het vakgebied techniekgeschiedenis.
Begin januari is het nieuwe 4TU centre History of Technology gelanceerd. Stichting Historie der Techniek is nauw betrokken bij dit nieuwe centre. 4TU History of Technology wil studenten, ingenieurs en het bredere publiek een historisch besef geven van de rol die techniek en ingenieurs speelden in de maatschappelijke transities van de afgelopen twee eeuwen, en werkmethoden ontwikkelen waarin wordt gereflecteerd op de samenhang tussen verleden-heden-toekomst en op handelingsopties die dat biedt voor de huidige en toekomstige uitdagingen.

Het 4TU.History of Technology centre zal vanuit de vier technische universiteiten de faciliterende partij zijn in onderzoek, onderwijs en publiek debat over de rol van techniek in de maatschappelijke transities toen en nu. ’Een beter inzicht in de techniekgeschiedenis helpt onze blik te verruimen en meer inzichten te krijgen. Kunnen we door verhalen uit het verleden beter te begrijpen ongewenste effecten van techniek verminderen en transities bijvoorbeeld inclusiever en duurzamer maken?’ zegt Erik van der Vleuten – wetenschappelijk directeur van het nieuwe centre – hierover.

Stichting Historie der Techniek is inhoudelijk en organisatorisch nauw betrokken bij de opbouw van 4TU History of Technology. Erik van der Vleuten, wetenschappelijk directeur van SHT, wordt wetenschappelijk directeur van het nieuwe centre en Jan Korsten, zakelijk directeur van SHT, wordt managing director.

Historisch besef

De activiteiten van het centre maken ook de rijke traditie van het ingenieursberoep zichtbaar.  ‘De mogelijkheid om aan maatschappelijke problemen te werken, vormt sinds het ontstaan van het civiele ingenieursberoep zo’n twee eeuwen geleden een belangrijke drijfveer. Ingenieurs droegen bij aan de fysieke vormgeving van het land, aan de aanleg van wegen, spoorwegen en kanalen, aan de bouw van waterstaatswerken voor de veiligheid, aan de voedselvoorziening en zo meer. Door deze geschiedenis te kennen, creëer je historisch besef over het ingenieursberoep en haar maatschappelijke rol. We denken dat dat belangrijk is’ aldus Van der Vleuten. Om de binding te versterken, wil het centre een jaarlijks symposium organiseren waar de alumninetwerken van de 4 TU’s en externe partijen als het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI) en de Netherlands Academy of Engineering (NAE) bij worden betrokken.

Onderzoek faciliteren

Het centre wil een coördinerende rol innemen bij het aantrekken van onderzoeksfinanciering via programma’s bij bijvoorbeeld NWO en de Nationale Wetenschapsagenda. Dit soort geldstromen zijn belangrijk aangezien hiermee de onderzoekscapaciteit aan de verschillende technische universiteiten uitgebreid kan worden.

Internationaal netwerk

Ook vindt het centre het belangrijk om op internationaal gebied de aansluiting met het vakgebied te behouden. Zo wordt er al samengewerkt met de Society for the History of Technology en het Tensions of Europe Netwerk en er zijn plannen om te gaan samenwerken met universiteiten in Afrika, Azië en Zuid-Amerika.

Onderwijs

Op onderwijsgebied wil het centre gezamenlijke vakken en leerlijnen ontwikkelen en toewerken naar een gezamenlijk masterprogramma, zodat studenten op alle vier de TU’s toegang hebben tot interessante en relevante vakken op dit gebied.

Kennisoverdracht naar de maatschappij

De derde pijler is de kennisoverdracht naar de maatschappij. Tot de plannen behoort het ontwikkelen van lespakketten voor middelbare scholieren, het aangaan van samenwerkingen met wetenschapsmusea als NEMO, Discovery Mueum en het Rijksmuseum Boerhaave en het opzetten van een netwerk van maatschappelijke partners rondom de onderzoeksthema’s van het centre. Het centre wil werkmethoden ontwikkelen waarbij er samen met maatschappelijke partners wordt gereflecteerd op de samenhang verleden-heden-toekomst, het grote verhaal van ‘waar we vandaan komen’ en ‘waar we naar toe willen’, en welke handelingsopties dat voor de huidige en toekomstige uitdagingen biedt.