De EU en Rusland beschuldigen elkaar ervan nepnieuws over de oorlog in Oekraïne te verspreiden. Onwaarschijnlijk is dat niet. Niet voor niets luidt de uitdrukking dat in een oorlog de waarheid als eerste sneuvelt. Maar ook zonder oorlog heeft de waarheid het soms moeilijk. Het internet, sociale media en digitale technieken maken het steeds lastiger te bepalen wat we kunnen, mogen en moeten geloven. Fake news en deep fakes zijn nieuwe termen voor oude propagandamiddelen.

Nieuwe technologie wordt niet alleen ingezet als middel om propaganda te maken en te verspreiden. Technische verworvenheden worden zelf ook als propaganda gebruikt. Wellicht het zichtbaarst was dat tijdens de Koude Oorlog toen Oost en West in een heftige strijd waren verwikkeld over militaire, economische en technologische voorsprong. De pijlen werden onder meer gericht op de ruimte, de maan en de keuken. Kernenergie was de brandstof van die strijd en beide kampen schuwden de propaganda (inclusief het fake news) niet om die technologie aan de man en vrouw te brengen. Het deed een journalist van de Leeuwarder Courant op 16 november 1954 verzuchten dat het met de mogelijkheden van kernenergie en de gevaren van radioactiviteit net zo gesteld was als met vliegende schotels: je wist niet meer wie of wat je moest geloven.

Technologie die voor een breed publiek ‘ongrijpbaar’ is, wordt voer voor speculaties. Dat gold voor kerntechnologie, dat gold eerder al voor elektriciteit en radiotechniek. Waarvoor konden deze onzichtbare stralen en golven al niet worden gebruikt? In de tuinbouw experimenteerde men in de jaren 1910 met ‘electrocultuur’. Elektriciteitsdraden werden over het land gespannen om de plant- en vruchtgroei te bevorderen. Op het medisch domein werden patiënten ter behandeling van uiteenlopende klachten in een metalen kooi (d’Arsonval-kooi) geplaats die onder stroom werd gezet. Experimenten horen bij nieuwe (basis)technologieën. Het was dan ook helemaal niet zo verwonderlijk dat men in 1931 probeerde voedingsmiddelen te verplaatsen door middel van radiogolven, zoals het geïllustreerde weekblad Het Leven berichtte.

Als het experiment vanuit de laboratoriumopstelling kon worden opgeschaald, ging het een revolutie in de wereldwijde voedseldistributie betekenen. De toepassingen van de radiotechniek leken onbegrensd. Maar ook die van een alledaags gebruiksvoorwerp als de fiets waren nog lang niet uitgeput. Wetenschappers experimenteerden in de jaren twintig met langeafstandsfietstochten door de lucht. Berlijn – Amsterdam was al haalbaar.

Het bleek echter – net als het verplaatsen van voedingsmiddelen door radiogolven – fake news te zijn, zij het van een onschuldige 1 april-aard.

Dit blog is geschreven door Eric Berkers.

UITGELICHT

Harry Lintsen

De kwetsbare welvaart van Nederland, 1850-2050

Harry Lintsen (1949) is emeritus hoogleraar techniekgeschiedenis aan de Technische Universiteit Eindhoven. Frank Veraart (1970) is techniekhistoricus aan de Technische Universiteit Eindhoven. Jan-Pieter Smits (1966) is hoogleraar duurzaamheid aan de Technische Universiteit Eindhoven en senior statistisch onderzoeker bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). John Grin (1961) is hoogleraar systeeminnovaties aan de Universiteit van Amsterdam.

BESTEL PUBLICATIE